Voedselvertrouwen kan omhoog in vijf stappen

BREDA - Het wereldwijde voedselvertrouwen toont gemengde resultaten: goed geïnformeerde consumenten hebben meer vertrouwen, maar kijkend naar alle consumenten is de situatie minder rooskleurig, aldus wereldwijd onderzoek van Edelman. Vijf stappen naar meer voedselvertrouwen.

Er is ongelijkheid in voedselvertrouwen, concludeert mediabedrijf Edelman in een grootschalige en wereldwijd onderzoek, de jaarlijkse TrustBarometer, in 28 landen waar meer dan 33.000 mensen aan meededen. Circa 60% van het goed geïnformeerde en –opgeleide publiek vertrouwt zijn voedsel. In 2015 lag dat percentage nog op 55%.

Bij de algehele populatie ligt het percentage voedselvertrouwen op 50%. Met name China (73%) en India (65%) scoren hoog. In Nederland ligt dit op 53%. Ontwikkelde landen als Duitsland (42%), Japan (38%) en Zweden (37%) scoren benedengemiddeld op het gebied van voedselvertrouwen.

Edelman constateert dat lagere inkomens over het algemeen ook een lager voedselvertrouwen hebben dan de hogere inkomens.

Edelman geeft een vijfstappenplan om het voedselvertrouwen te verbeteren:

1. Het hebben van een doelstelling is een essentieel ingrediënt als het gaat om voedselvertrouwen. Respondenten snappen dat bedrijven actie ondernemen om hun winst te verhogen of om de leefomstandigheden van een gemeenschap te verhogen. Maar waar het om draait is of ze geloven of bedrijven wel (45%) of niet bijdragen(50%) aan het creëren van een betere wereld.

2. CEO’s moeten maatschappelijke discussies leiden en hier actief aan deelnemen die verder gaan dan hun eigen bedrijf. Ze dienen persoonlijk zichtbaar zijn. Zo’n 70% van de respondenten afkomstig uit de algehele bevolking verwacht dat de topmannen praten over financiële resultaten en zelfs 80% is benieuwd naar hun mening over maatschappelijke issues.

3. Zo’n 25% van de werknemers in de voedingsindustrie vertrouwt er niet op dat zijn of haar werkgever het juiste doet, blijkt uit de TrustBarometer. Bijna de helft zegt dat zijn bedrijf niet betrokken zijn bij maatschappelijke zaken. Ongeveer 60% van de werknemers in de voedingsindustrie geeft aan dat de CEO hier niet actief mee bezig is. Dit biedt volgens Edelman een mogelijkheid voor de voedingsindustrie over hoe medewerkers in te zetten om het voedselvertrouwen te verhogen.

4. Betrek zwevende ‘trusters. Tussen de 54 en 60% van de respondenten verwisselt vaak van positie: soms is er vertrouwen in het voedsel en soms niet. Probeer deze groep te begrijpen en hoe hun visie overeenkomt of niet overeenkomt met de duurzaamheidsthema’s van bedrijven. Welke (sociale) mediakanalen gebruiken deze mensen én wat is nodig om hun vertrouwen te winnen.

5. Betrek alle stakeholders om eventueel verloren vertrouwen te herstellen. De gemiddelde consument leest namelijk geen duurzaamheidsrapporten of gaat niet naar Davos, maar ze zijn wel geïnteresseerd wat bedrijven met hun voedsel doen. Vertrouwen consumenten producten dan kopen ze die en zijn ze zelfs bereid om hier meer voor te betalen. Ook delen ze hun positieve mening met anderen. Ontbreekt dat vertrouwen dan boycotten consumenten voedingsmiddelen, delen ze hun negatieve visie, bekritiseren het bedrijf en verkopen hun aandelen.

Ongeveer 63% van de respondenten vertrouwt de voedings- en drankenindustrie. Bij het bedrijfsleven als geheel ligt dit percentage op 53%.

Bron: Edelman





Laatste nieuws